Tarot in de praktijkBerthe van Soest
Naar artikelenNaar homepage Lezing op het mini-symposium: COMPLEMENTAIRE ZORG, Spiritualiteit en Heling als onmisbare extra dimensie in de gezondheidszorg, op zondag 9 september 2007 in de RK-kerk te St. Nicolaasga (Fr.)
Ook het tarotspel werkt met beelden, en op dezelfde manier als het beeld van Maria dat doet. De tarot is een spel van 78 kaarten, gebaseerd op het kaartspel, maar dan met 22 kaarten erbij gevoegd. Op elke kaart staat een afbeelding, en die beelden openen werelden van betekenis, elke kaart een andere. De tarot is een orakelspel dat antwoord geeft op vragen die je bezighouden. Het spel werkt met het toeval. Je stelt een vraag, je schudt de kaarten en trekt er een dichte kaart uit. Die toevallige kaart die je trekt is het ‘antwoord’ op je vraag, een antwoord in een beeld, dat van allerlei in je oproept. De tarot is vroeger veel gebruikt als waarzegspel, om de toekomst mee te voorspellen. Nu dient het om inzicht in jezelf en in je situatie te krijgen. De tarot, met z’n techniek van het trekken van een kaart met daarop een beeld dat van allerlei raakt aan gedachten, gevoelens en herinneringen, is een prachtig instrument om te gebruiken in de complementaire geneeskunst. Allereerst
is het heel geschikt voor zelfzorg,
omdat de kaarten je een beeld kunnen geven
waar je in vastloopt en je een inzicht kunnen geven wat je daarin
verder helpt. Als er een houding is waar je last van hebt, kan de tarot je
helpen die te veranderen, de dingen anders aan te pakken. Deze kaart bijvoorbeeld, de
Geliefden met z’n naakte mensen, gezegend door een engel, kan je
aanmoedigen om je open op te stellen, kwetsbaar te zijn, als het je
probleem is dat je dat je dat niet durft. Wanneer je ziek bent of rouw draagt kan het prettig zijn om in de morgen een kaart te trekken met de vraag: “Wat helpt mij de dag door?” Als je deze kaart met mist erop trekt, kan dat zijn: “Vandaag is het belangrijk om niet mistig te zijn. Om duidelijk tegen de thuiszorg te zeggen wat ik wil”.
Wat de tarot zo geschikt maakt als zelfzorg instrument is dat het inzicht geeft, confronteert en tegelijkertijd speels is. Het is verrassend om jezelf raak verbeeld te zien. “Oh ja hier hang ik, aan mijn voeten, dat ben ik in al mijn vastzitten.” Het speelse, dat plezier is belangrijk, anders pak je het niet.
Verder is de tarot zo geschikt voor zelfzorg omdat het een geduldig instrument is. De tarot laat steeds weer zien wat je wil, maar nog niet geïntegreerd of bereikt hebt. Dan trek je steeds dezelfde kaart. Vorige herfst trok ik de steeds weer de Schildknaap van Bekers, in verschillende versies, dezelfde kaart op een verschillende manier getekend.
Daar is een techniek voor. Daar laat ik jullie nu kennis mee maken. Het is de dialogische manier van kaart lezen. Wat je daarvoor nodig hebt is een tarot waar taferelen op afgebeeld staan, waar figuren opstaan waarmee je je kan vereenzelvigen, waarbij je kunt denken “Dit ben ik”.
De techniek is simpel. Je stelt vragen waarbij je iemand het tafereel van de kaart invoert, waardoor de cliënt wat er gebeurt op de kaart op zichzelf kan betrekken. Hoe doe je dat? Je ziet hier de kaart Zes van de Zwaarden uit de Rider Waite Tarot. Stel, een cliënt trekt deze kaart met de vraag: “Wie ben ik op dit moment?” Belangrijke vraag is met wie de cliënt op de kaart zich verbonden voelt, met wie hij zich vereenzelvigt. Daar is zijn innerlijke wereld het meest mee verbonden. Eerste vraag dan: Wie ben jij op de kaart? Ben je de voerman die de anderen overzet, ben jij de omhulde figuur, ineengedoken op het bankje, of, ben jij het kind, daarnaast? Stel nu dat de cliënt het kind is, dan kunnen de vragen zijn: “Hoe voel je je in die boot?” Hoe voelt het om naast je moeder te zitten?” en uiteindelijk: “Herken je deze situatie op het moment in je eigen leven?” Je stelt vragen die dienen om de cliënt op een diepgaand niveau in contact te brengen met wat de kaart in hem oproept. Op deze wijze exploreer je de gevoelswereld van de cliënt. Achter deze kaart ligt het beeld uit het Griekse mythologie van de voerman die dode zielen over de rivier de Stychs zet. Je hoeft dat niet te zeggen, niet te weten, het beeld werkt vanzelf, net als dat beeld van Maria dat ons vanzelf in contact brengt met het oerbeeld van moeder en kind. Een voorbeeld uit de praktijk van een klassiek homeopaat. Ze had een meisje van 10 op consult met het probleem dat ze dat niet kon slapen, altijd heel lang wakker lag. Zoals ik al zei hebben homeopaten veel informatie nodig om tot het juiste middel te komen. Dus vroeg ze aan het meisje hoe dat was voor haar als ze zo wakker lag. Het meisje vertelde dat ze bang was. Ze was bang voor dieven, keek vaak onder haar bed of er geen dief onder zat of in de kast. Vaak rende ze naar beneden toe naar haar ouders, omdat ze zo bang was. Het lag voor de hand om een homeopathisch middel te zoeken die genoemd staan bij de categorie “angst”.
Toen vroeg de homeopaat het meisje een kaart te trekken, een Inner Child kaart. Deze tarotkaarten zijn heel geschikt om met patiënten en cliënten mee te werken. Dit was de kaart die ze trok. Hij heet de Beschermengel (nummer 14 uit de Grote Arcana). Als je deze kaart ziet, de titel bekijkt en het verhaal van het meisje daarmee verbindt, dan kun je makkelijk tot de conclusie komen dat het meisje bang was, dat ze een beschermengel mistte, en dat het middel in de categorie “angst” moest zitten. Tot de homeopate het meisje zelf in contact bracht met de kaart en vroeg: “Wie ben jij op de kaart?” Het meisje antwoordde: “Ik ben de engel”. Zijzelf was de beschermengel die haar ouders beschermen wilde; de ouders waren als het ware de kinderen aan haar voeten. Het meisje zorgde voor haar ouders, ook als ze in bed lag en daardoor kon ze niet slapen. Kind geraakt, ouders geraakt. Het besef hoe bang het meisje het was en hoe zwaar ze het had drong door. Het middel werd toen in een andere categorie gezocht, de categorie “zorgen maken”. Door de dialogische manier van lezen, waarbij ze het meisje vroeg wie zij was op de kaart, en de kaart niet zomaar zelf duidde, kwam er een proces op gang en dat hielp om de richting te vinden waarin homeopathische middel gezocht moest worden. De kaart, in dialoog geduid, was een bijdrage in het proces om tot het juiste middel te komen. Nog een voorbeeld. Het is een voorbeeld uit van iemand uit een groep die droomwerk doet met de tarot. Een vrouw, Margreet heet ze, had daar Zwaarden Zes getrokken. Die kaart kennen we al, hebben we net ook gezien. De kaart liet haar een blokkade zien; een blokkade om een stap te zetten in haar leven. Ze kon niet vooruit komen. Ze was ergens door geblokkeerd. Op de vraag “Wie ben je” antwoordde Margreet dat ze zich voelde als de veerman op de boot. Zij is de veerman die de boot aan het voortduwen is en ze is midden op het water. De volgende vraag was: “Wat laat je achter?” Ze kijkt naar de kaart, buigt voorover, haar ogen worden groter en ze zegt. “Nou, wat nou, kan dat? Zou dat kunnen, zou het kunnen dat ik een land achterlaat? Ja, ik laat een land achter.” Het was het land van haar vader dat achter haar lag, het land van haar vader die immigrant was. Ook Margreet is met dat land verbonden, met het land zelf en met de rouw van het verlaten ervan. Ook zij droeg het zware leven van het emigreren en het moeten wortelen in een nieuw land met zich mee. Dat hinderde haar om vooruit te komen. Het was belangrijk voor haar om zich te realiseren dat ze er al was, dat ze aangekomen was in het nieuwe land. Dan zou ze verder kunnen. Door deze hele simpele en directe vragen te stellen over het tafereel op de kaart kreeg ze contact met wat haar blokkade was en dat hielp haar vooruit.
Tot zover de techniek van dialogisch lezen. Een eerste stap om dialogisch kaarten te lezen is serieus te nemen wat een bepaald beeld in je oproept. Dat gaan we nu uitproberen, serieus nemen wat een beeld in je oproept. Sommigen van jullie zullen ermee vertrouwd zijn, voor anderen is het misschien nieuw om daar bewust bij stil te staan. Iedereen mag meedoen, en we blijven zitten. Voordat ik ga uitleggen wat we gaan doen eerst het volgende. Maak even contact met je buurman of buurvrouw, aan beide kanten. Daar kan je eventueel mee uitwisselen, hoeft niet maar kan wel. Heb je ook even je buurman- of vrouw gesproken als je die nog niet kent. Zorg ervoor dat niemand alleen blijft. Dat is sneu. Je hebt er twee minuten voor.
We gaan nu een “tarotlegging” doen. We hebben geen kaarten, we kunnen dus geen kaarten trekken. We gebruiken de kerk als ons tarotspel en onze ogen als instrument om een kaart te kiezen. We zien in deze oefening alles in de kerk als een kaart. De bank waarop je zit is een kaart, de kleur van de bank is een ook kaart, de geur is ook een kaart, het plafond is een kaart, de hoge bogen, de ramen, een stukje kleur in een glas in lood raam, ja zelfs het lood in de ramen. Het zijn allemaal kaarten.
We hebben nu geoefend met het serieus nemen van wat je ziet. Dat is een voorwaarde om dialogisch te lezen. Wanneer je dialogisch met een kaart werkt en daardoor de cliënt diepgaand in verbinding brengt met wat in hem leeft, is de tarot een prachtig instrument om mee te werken in de complementaire geneeskunst. Dialogisch werken is het eerste wat belangrijk is als je de tarot als genezingsinstrument wilt gebruiken. Maar er is nog iets wil de kracht van de tarot helemaal tot z’n recht kunnen komen. Wil je de tarot goed kunnen gebruiken is het belangrijk je eigen vragen aan de kaarten te stellen. In de tarotwereld wordt veel gewerkt met legpatronen. Daarbij leg je de kaarten in een bepaald patroon neer, en de vragen die je daarbij stelt zijn vastgesteld en vaak erg algemeen: Een beeld van je situatie…Wat hoop je…Wat wil je… wat moet je doen…wat moet je laten… uitkomst. Deze legpatronen zijn niet gemaakt voor therapeuten en genezers. Het is daarom belangrijk je eigen vragen te stellen aan de kaarten; vragen die toegespitst zijn op wat van belang is voor de cliënt. Voor een homeopaat kan dat zijn: “Trek eens een kaart met de vraag hoe je je voelt op dit moment.” Of: “Trek eens een kaart in welke richting we moeten zoeken.” Die kaart kan dan gebruikt worden als een aanvulling in de zoektocht naar het juiste middel. Psychotherapeuten en coaches kunnen vragen stellen die geënt zijn op de methode waarmee ze werken en vragen stellen die van belang zijn voor het proces van de cliënt. Je kunt bijvoorbeeld schaduwwerk doen met een kaart. Ooit heb ik een Topdog Underdog legpatroon gemaakt, gebaseerd op Gestalt, waarbij je onderzoekt wie op dat moment de belangrijkste Topdog en Underdog is in jou, en hoe je uit dat Topdog Underdog mechanisme kunt komen. Je kunt vragen wat het zelfvertrouwen van een cliënt ondermijnt, hoe hij grenzen stelt, wat hem weerhoudt grenzen te stellen. Je kunt vragen naar de relatie met de vader, met de moeder, en je kunt innerlijk kind werk doen met de kaarten (ik heb verschillende voorbeelden meegenomen om inspiratie op te doen, zodat je kunt zien hoe je dat doet). Wanneer je je eigen, relevante vragen stelt aan de kaarten, aangepast aan jouw manier van werken en aan wat van belang is voor het proces van de cliënt, dan kan de kracht van de tarot tot zijn recht komen. Al met al is de tarot goed te gebruiken in de complementaire zorg. Door z’n geduld en speelsheid is de tarot een geschikt instrument voor in de zelfzorg. Wanneer je dialogisch met de kaarten werkt en relevante vragen stelt dan is de tarot een bruikbaar instrument in de psychotherapie, bij coaching en in de homeopathie. Berthe van Soest |