Wat kom je tegen, deze kerstdagen en hoe kom je ze goed door? Een tarotlegging voor in de kersttijd, geïnspireerd door de IJslandse Kerstjongens.

Volgens Ijslandse legenden komen er vanaf 12 dagen voor Kerstmis, 13 kerstjongens uit de bergen naar beneden. Iedere dag komt er één. In de legenden zijn het trollen, kwelgeesten die streken uithalen. Tegenwoordig zijn het een soort kerstmannen die cadeaus geven. De kerstjongens vertrekken vanaf eerste kerstdag één voor één terug naar de bergen. De laatste verdwijnt op 6 januari, de dag die het einde van de kersttijd betekent.

Leg de kaarten die je trekt, naast elkaar neer. Duid de kaarten één voor één. Draai pas een volgende kaart om, als je de voorgaande geduid hebt.


1. Schaapshoksluiper
Komt op 12 december en vertrekt op 25 december.
De Schaapshoksluiper steelt knuffeldieren. Hij verlangt naar warmte, liefde en aandacht!  

Vraag om een kaart bij te trekken: Wie heeft een knuffel nodig van mij, deze kerst? Misschien zijn het er wel meer dan één!


2. Kloofsukkel
Komt op 13 december en vertrekt op 26 december.
Kloofsukkel doet ’s nachts de koelkast open en neemt hapjes van het lekkerste toetje!

Vraag om een kaart bij te trekken: Waar houd ik zo van, dat je me er ’s nachts voor wakker kan maken?  (De kaart die je trekt kan iets zijn waar je van houdt of een eigenschap van jezelf.)
 

3. Kleintje
Komt op 14 december en vertrekt op 27 december.
Kleintje doet zijn uiterste best om bij de pannen te komen om er iets uit te eten.

Vraag om een kaart bij trekken: Wie of wat (wat=eigenschap van mij) moet ontzettend zijn best doen om aan bod te komen, deze kerstdagen?


4. Lepellikker
Komt op 15 december en vertrekt op 28 december.
Lepellikker probeert de spanen lepel te stelen waarmee in in de pan roert als je even uit de keuken bent. “Waar oh waar had ik die ook al weer neergelegd!”

Vraag om een kaart bij trekken: Wat brengt mij in verwarring, deze dagen?


5. Pottenschraper
Komt op 16 december en vertrekt op 29 december.
Pottenschraper schraapt de pannen leeg.

Vraag om een kaart mee te trekken: Waar heb ik niet genoeg van, deze kerst?


6. Mokkenlikker
Komt op 17 december en vertrekt op 30 december.
Mokkenlikker verstopt zich onder de bank en likt de mokken op de salontafel leeg, als niemand het ziet! Van koffie raakt hij gestrest, van chocolademelk wordt hij gelukkig.

Vraag om een kaart mee te trekken: Wie of wat maakt mij gelukkig, deze kerst?
 

7. Deurensmijter
Komt op 18 december en vertrekt op 31 december.
Smijt alsmaar met deuren en maakt steeds lawaai.

Vraag om een kaart mee te trekken: Wat irriteert mij onophoudelijk deze kerst? 


8. Skyrslubberaar
Skyslubberaar komt op 19 december en vertrekt op 1 januari.
Skyr is zoiets als yoghurt. De skyrschrokker slurpt gretig op als hij iets op het aanrecht ziet wat hij op kan slubberen.

Vraag om een kaart mee te trekken: Wat moet ik gretig opslubberen, deze kerst?
De kaart die je trekt laat iets zien wat je kan doen of hij toont een eigenschap of houding om in te nemen.    


9. Worstensnaaier
De Worstensnaaier komt op 20 december en vertrekt op 2 januari.
De worstensnaaier houdt van sappige worst voor bij boerenkool of van de exquise droge worst voor een voorgerecht. Hij steelt ze uit de boodschappentas als hij de kans krijgt! De worst van de vegetarische slager vindt hij tegenvallen. Vegetariërs kunnen deze kaart overslaan, tenzij ze toch soms een plakje worst eten.

Trek een kaart bij: Waar ik van hou, maar zo weinig kans voor heb, deze kerst.


10. Ramengluurder
Komt 21 december en vertrekt op 3 januari.
De Ramengluurder kijkt met glanzende ogen verlangend door de ramen van de huiskamer naar binnen. Soms, gelukkig maar heel soms, steelt hij speelgoed.

Vraag om een kaart mee te trekken: Op wie of wat ben ik jaloers, deze kerst?


11. Deursnuiver
Komt komt op 22 december en vertrekt op 4 januari.
De Deursnuiver herken je aan zijn grote neus. Hij raakt in zwijm van ovengeuren, vooral van krentenbrood.

Vraag om een kaart mee te trekken: Waar geniet ik van, deze kerst?


12. Vleeshaak
Komt op 23 december en vertrekt op 5 januari.
Vleeshaak probeert vlees uit de pan te grijpen met een haar. Hij is ook niet vies van een vleesvervanger.

Vraag om de kaart mee te trekken: Wat of wie oh oh, wil ik zo graag, dat ik een haak pak, om het/hem/haar vast te grijpen?


13. Kaarsenbedelaar
Komt op Kerstavond, 24 december, en vertrekt op 6 januari.
De kaarsenbedelaar bedelt onophoudelijk om licht.

Vraag om de kaart mee te trekken: Wat is het licht, dat ik onophoudelijk geef? (Duid de kaart positief)